Korpiklaani + Metsatöll live @ Mainstage Bibelot Dordrecht 18-04-'13
Na verscheidene grote en kleine nationale bands was het afgelopen
donderdag dan echt tijd voor de eerste grote internationale band. En niet
zomaar eentje. Korpiklaani, ’s werelds grootste folkmetal band stond op de
posters voor een van de twee optredens die ze in Nederland zouden geven. Gelukkig
geen stroomuitval of brandalarmen dit maal alleen maar harde gitaren, diepe
bassen en lange haren.
Op hun tour door Europa worden de
Finnen van Korpiklaani begeleid door hun zuiderburen, de Estlandse band
Metsatöll. Dit viertal komt keihard binnen met schreeuwende gitaren, trillende
bassen, rollende drums, krijsende doedelzak en onverstaanbaar Ests geschreeuw,
het publiek is laaiend enthousiast. Ondanks een duidelijke overheersing van de
metal is de Estlandse folk nog duidelijk te horen in het spel. Lauri zorgt met
zijn doedelzak, mondharp, fluiten en meer oude instrumenten voor net die klank
die Metsatöll uniek maakt. Ook is zijn de Estlandse teksten erg bijzonder,
ookal valt er niks van te begrijpen en klinkt soms wel heel vreemd, “TAMPON,
TAMPON, TAMPON, Mehitgenuwira” is een tekst die uit volle borst wordt
meegeschreeuwd. Nummers vloeien vaak in elkaar over en soms is het moeilijk de
draad te blijven volgen. dit komt vooral door de complexe structuur van de
Estlandse volksmuziek, maar ook wel omdat de band af en toe een foutje maakt.
Gelukkig geniet het publiek met volle teugen, het komt niet vaak voor dat het
publiek bij een voorprogramma al zo los gaat.
Dan is het tijd voor de band waar
metalheads uit de hele regio voor naar Dordrecht gekomen zijn. De zes Finnen
die samen de Forest Clan vormen, Korpiklaani. De band lijkt op het eerste
gezicht een vreemde groep, Een bassist met druidebaard, een gitarist met een
grote, platte, vilten hoed, een accordeonist met slechts een staart achterop zn
hoofd, een violist in een Jedipakje, een drummer achter een groot drumstel en
een zanger met dreadlocks. Maar zodra ze beginnen met spelen voeren ze je mee
naar de bossen in Finland. Feesten, epische verhalen vertellen, zuipen, het zit
allemaal in de muziek van Korpiklaani. De nummers zijn over het algemeen op te
delen in twee soorten, de metalsongs met een vleugje folk en de folk liederen
met een laagje metal eroverheen. Die laatstgenoemde valt het best in de smaak,
de energieke en vrolijke klanken vermengt met de schreeuwende gitaren en
donderende bassen maakt het publiek wilt, al gauw is de halve zaal vermengt in
een moshpit, de andere helft staat hard te dansen, zelfs op het balkon. Ook
wordt er volop meegeschreeuwd, geklapt en geheadbangd en zijn de handen
constant in de lucht, zowel in een gebalde vuisten als in corna’s. De
metalsongs met een vleugje folk zijn rustiger, langzamer, serieuzer. Ook hier
geniet het publiek met volle teugen maar toch mist de band bij deze nummers
hier en daar wat overtuiging en power, het voelt allemaal wat slapjes. Het
publiek windt zich daar echter niet zoveel over op en laat het bier stromen en
het lichaam bewegen waardoor al snel de bezwete naakte bovenlichamen van de
metalheads door de zaal gaan. Korpiklaani maakt er een feestje van, een ruig,
hard en wreed feestje en Bibelot bewijst dat het in alle aspecten, geluid,
licht, ambiance, geschikt is voor de echte grote internationale namen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten