De winter is gevallen over Dordrecht. het is koud, donker en nat. Mensen
zoeken dus warmte, licht en gezelligheid op. Dat was precies wat Dolhuis deze
avond te bieden heeft. Onder het schijnsel van waxinelichtjes genoot men dicht
tegen elkaar aan van de zachte liedjes van de singer-songwriters Man From The
South en The T.S. Eliot Appreciation Society.
Met de laatstgenoemde begon de
avond. The T.S. Eliot Appreciation Society, in het dagelijks leven Tom Gerritsen,
vermaakte het publiek met zijn liedjes, zichzelf begeleidend op gitaar.
Rustige, mysterieuze nummers met redelijk simpele begeleiding, wat echter
totaal niet storend was en juist goed bij de muziek paste. Het publiek was
duidelijk onder de indruk en goed geamuseerd, want Gerritsen hield de zaal het
volledige optreden stil en dat kan niet elke singer-songwriter, die in
Dordrecht heeft opgetreden, zeggen. Het optreden was zeker niet perfect, tussen
de liedjes door miste het wat professionaliteit en zang en begeleiding waren
niet van het hoogste niveau, maar het was zeer aangenaam om naar te luisteren
en The T.S. Eliot Appreciation Society blonkt uit in zijn simpliciteit.
Een half uurtje later kwam Paul
van Hulten, alias The Man From The South op, ook hij begeleidt zichzelf op gitaar
en brengt zachte, warmte, spannende liedjes ten gehore. Maar direct valt te
merken dat The Man From The South meer uit zijn gitaar en stem kan halen dan
The T.S Eliot Appreciation Society. Van Hulten gaan van zacht en breekbaar tot
een daverende kracht, waarmee hij de hele zaal plat speelt. Hij weet met zijn
stem, in combinatie met geweldige, ingewikkelde gitaarriffs een muur van muziek
op te bouwen die onvoorstelbaar is voor een man. Ook hij houdt het publiek
muisstil. Echter mist The Man From The South ook wat professionaliteit, hij
vergeet twee maal zijn tekst, twijfelt over de volgorde van de set en is ook
wat onbeholpen tussen de nummers door. Maar als je dit niet meerekent is The Man
From The South een buitengewoon goede muzikant die met zijn liedjes het publiek
het volledige concert in zijn greep houdt.
Bibelot heeft de
deuren van de bonifatiuskerk gesloten en aangezien het nog vier maanden duurt
voordat het energiehuis in gebruik wordt genomen, is het goed om even stil te
staan bij het feit hoe de Dordtse muziekliefhebbers de komende maanden moeten
overleven. In deze blogs gaan we de podia in en rond Dordrecht langs, om er zo
achter te komen waar het bibelotpubliek naar kan uitwijken.
Dolhuis
Dolhuis pakt groot uit tijdens de afwezigheid van Bibelot. In
de aankomende drie maanden staan er negen concerten en talloze feesten gepland
in het, tijdens deze periode, grootste poppodium van Dordrecht. Zo staan op donderdag 27 december in samenwerking
met Bobby Kinghe de singer-songwriters Man
From the Southen The T.S. Eliot
Appreciation Society op het programma. Een enorme aanrader, want dolhuis en
singer-songwriters bleek al vaker een goede combinatie te zijn. Blaudzun, een
van de kopstukken van de Nederlandse muziek, stond immers vorig jaar nog voor
een klein publiek in het voormalige gekkenhuis. Een dag later, vrijdag 28 december, is het weer raak. Sabrina Starke, een naam die bij bijna
elke Nederlander wel een belletje doet ringelen. Deze beeldschone dame brengt
R&B, Jazz, Soul, Folk, Reggae, Pop en meer samen in shows met energieke en
intieme momenten, maar waar altijd de Caraïbische warmte hangt. Zeer aangenaam
in deze winterse tijden. Alsof dat nog niet genoeg is treedt op zaterdag 29 december de spektakelband The Dirty Daddies op. Energie,
vrolijkheid en feest, met waarschijnlijk wat bekende gezichten uit andere
(feest)bands. In het nieuwe jaar is het een paar weekjes wachten, maar op vrijdag 25 januari kan je in dolhuis
het verleden induiken met 90’s band Ten
Tons of Joy en 80’s band Mix the
Signals. De bands worden voor een avond weer bij elkaar geroepen, om er en
feest van onder andere Britpop, Motown, Blues, Rock en Ska van te maken. Een
week later, op donderdag 31 januari wederom
singer-songwriters. Deze keer Please be
Frank, een band met Frank van den
Ende aan het hoofd. Hij schrijft en zingt intieme liedjes, begeleidt door elke
keer weer andere instrumenten. Het akkoestisch trio To Twelve zal de avond openen met hun krachtige country-pop
nummers.
Vrijdag 15 februari is Bobby
Kinghe dan weer aan de beurt met de opkomende zangeres Qeaux Qeaux Joans. Nadat ze in 2009 bij Seasick Steve het podium
opsprong is het hard gegaan en haar album No Man’s Land, dat dit jaar werd
uitgebracht, puilt uit van de pareltjes. Van heel zacht tot lekker hard, het
album gaat heel breed. Bobby Kinghe lijkt weer een talentje gestrikt te hebben.
Zaterdag 23 februari bestrijkt
dolhuis met Traumahelikopter weer
een heel ander genre. De drie levensgenieters die deze band vormen blazen met
hun rock n’ roll/alternative rock menig poppodium omver en met het eerste album
, dat 5 januari verschijnt bij excelsior recordings, klaar voor verkoop zit er waarschijnlijk voor deze gasten een
mooie toekomst aan te komen. Town of
Saints komt op donderdag 14 maart langs.
Deze Fins/Nederlandse groep ontstond, net als zovele indie-folk groepen, na het
daverende succes van Mumford and Sons. Echter maakt dat deze band niet minder
goed; Energieke en Passievolle songs (en niet binnen 5 minuten uitverkocht).
Ten slotte staat voor nu nog Tenement
Kids en The Road Home op het programma voor zaterdag 23 maart. Lekkere rauwe gitaarmuziek, bij Tenement Kids
gevormd tot (hard)rock, waarmee in vier jaar al behoorlijk wat furore is
gehaald met onder andere optredens op Groezrock en in het voorprogramma van The
Gaslight Anthem. Bij The Road Home vlechten de gitaren samen tot punk-rock. En
dan niet de slappe punkrock die sommige Nederlandse bands weten te produceren,
maar echte scherpe, gemeende punk-rock.
Genoeg te doen dus in Dolhuis de komende maanden. Hier nog even een overzichtje:
·Donderdag
27 december: Man From the South, T.S. Eliot Appreciation Society, €5
·Vrijdag
28 december: Sabrina Starke, €15
·Zaterdag
29 december: The Dirty Daddies, €7,50
·Vrijdag 25 januari: Ten Tons of Joy en Mix The
Signals, €2,50
·Donderdag 31 januari: Please Be Frank en To
Twelve, €3
·Vrijdag 15 februari: Qeaux Qeaux Joans, €5
·Zaterdag 23 februari: Traumahelikopter, €5
·Donderdag 14 maart: Town of Saints, €5
·Zaterdag 23 maart: Tenement Kids en The Road
Home, €5
Dat was het voor deze blog, de volgende keer de Popcentrale en meer!
het laatste pilsje is op, voor de laatste keer langs de bewaking tussen de grote houten deuren door naar buiten. 1163 dagen geleden voor het eerst naar binnen. Toen als onzeker tweedeklassertje met papa mee naar de Staat en team William. 2 oktober 2009. Nu, meer dan drie jaar later en zeker 50 optredens later neem ik afscheid van het gebouw wat een enorme impact heeft gehad op mijn jeugd, als iemand die weet wat ie wilt en waar hij voor staat. Dankjewel Frans huxie, Dankjewel bibelot, dankjewel Bonifatius kerk. Nu de 4,5 maanden zonder Bibelot zien door te komen.
Bibelot neemt dit weekend dan
toch echt afscheid van de Bonifatiuskerk, na 45 jaar trouwe dienst. Maar dat
doen ze niet zomaar, 5 avonden gevuld met topacts zorgen voor het
afsluitingsweekend. De eerste avond staat voor de grote Nederlandse bands, die
allemaal wel een keer hebben uitgekeken op de raket van Bibelot. Moke was de
gelukkige die het begin van het einde mocht inluiden.
Voordat Moke de instrumenten
mocht oppakken kwamen eerst de tweelingbroeders Sander en Arnout Brinks, samen
Tangarine, hun liederen ten gehore brengen. Een verrassend voorprogramma voor
een rockband als Moke, want Tangarine bestaat uit redelijk fragiele country
nummers, gevuld door twee gitaren een tweestemmig gezang. Na een nummertje of
twee speelt de vraag op of dit wel een half uur lang interessant zal blijven,
maar het half uur vliegt voorbij en de Drentse broeders houden een groot deel
van het publiek in hun greep. De nummers werken enorm op je in en geven een
warm gevoel af, het gevoel dat alles wel goed zal komen, dat je niet moet
opgeven maar je schouders eronder moet zetten. Ook beschikken de gebroeders
naast een enorm muzikaal talent ook over een geweldig gevoel voor humor. Ze
hadden ook een half uur lang alleen kunnen praten en dan was het publiek ook
geamuseerd geweest.
Dan wordt het podium zwart en
begint een achtbaan van ongeveer een uur en drie kwartier, genaamd Moke. Het
derde album is uit en Moke is echt volwassen geworden. En daarmee een band van
on-Nederlandse kwaliteit. De nummers voelen enorm groot en machtig en toch is
het optreden, ondanks dat de bandleden maar heel af en toe wat zeggen, niet
onpersoonlijk. Dankzij de samenwerking met het Metropoolorkest lijkt Moke enorm
te zijn vooruitgegaan op het gebied van opbouw en spanning in de nummers. Vele
beginnen heel klein, worden groter en groter en gaan maar door, zonder dat het
ook maar een klein beetje gaat vervelen. Ook de lichtshow straalt professionaliteit
uit, alles klopt. Tijdens de toegift worden de vijf mannen iets losser en
uiteindelijk overleggen ze zelfs of ze de raket zullen kopen en zo ja waar ze m
voor willen gebruiken, waarmee ze het zeer statische publiek deels dan toch
voor een deel in beweging krijgen.
Tangarine mocht dan een vreemd voorprogramma lijken voor Moke, maar deze bands
hebben een overduidelijke overkoepelende eigenschap: Passie voor de muziek. En
dat is ook waar Bibelot de afgelopen 45 jaar voor heeft gestaan.
Terwijl de countdown achterin Bibelot
langzaam naar de 17 dagen tot sluiting toeliep voltrok zich op het podium een
avond die later niet zal terugkomen in de boeken over Bibelot op de wijnstraat
en het liefst zo snel mogelijk vergeten zal worden door muziekliefhebbers.
De avond begon hoopvol, de eerste
band die optrad, New Year’s Hero, was zo’n band die het gevoel geeft dat de
hoop niet verloren is voor de volgende generatie muzikanten. Deze vier Haagse
tieners lieten horen hoeveel rock er toch uit Den Haag komt. Ze spelen punkpop
zoals het hoort, energiek en vrolijk. Dit weten ze zeer goed over te brengen op
het publiek. Dit zijn talentjes die het heel ver kunnen schoppen.
Dan gaat het bergafwaarts. Valerius
is de volgende band die het podium beklimt. Deze band bestaat uit vijf mannen,
maar draait eigenlijk alleen om de vocalist en de toetsenist/gitarist. Die
hebben de looks en staan dus in de spots. De rest van de band zorgt voor de
basis van de catchy popliedjes, waardoor zanger en toetsenist de zwoele,
gladde, knappe jongens uit kunnen hangen en soms eens een akkoordje kunnen
spelen. Zoals al gezegd zijn de nummers zeer poppy en simpel, perfect voor de
radio. Wel goed is de opbouw die in de meeste nummers zit, de nummers lopen
duidelijk op naar een climax, waardoor elk nummer wel spannend wordt.
En dan Only Seven Left. Onder een gegil
wat schadelijker is voor het gehoor dan een gemiddeld rockconcert komen de zes
jongens op. De haartjes zitten goed en de glimlach zit op het gezicht geplakt
en zal de eerstvolgende drie kwartier niet meer verdwijnen. Het worden drie
kwartier van saaie, simpele liedjes, die met veel show opgevoerd worden. De
zanger houdt zijn microfoon vaak zo zwoel vast dat het wel lijkt alsof hij een
meisje knuffelt. Helaas gaat hij daar niet met meer passie van zingen. Wanneer er een medley van top 40
nummers langskomt blijkt des te meer dat alle nummers van Only Seven Left, op
eentje na, brave radio-popliedjes zijn, totaal geen piano-rock meer.
Een paar jaar geleden stelde de platenmaatschappij van The Mad Caddies
voor om, na vijf studioalbums en een EP, een ‘Greatest Hits’ album te maken.
The Mad Caddies antwoordden hierop dat de enige hit die zij ooit hadden alleen voor
twee weken op de Hawaïaanse radio werd gedraaid en verder nergens. Het werd dus
geen Greatest Hits, maar Consentual Selections. Dit is typerend voor wat de Mad
Caddies zijn: Vrolijk, gek, energiek en elk nummer is geweldig.
De avond
wordt geopend met Wild Heart. Deze collegerock/cold wave band uit de Verenigde
Staten is misschien een vreemd voorprogramma voor een ska-punk band, maar ze
hebben er zelf duidelijk veel plezier in en het is een lekker achtergrond
muziekje voor de binnenstromende Mad Caddies en Useless ID fans, die vanuit het
hele land naar Dordrecht zijn gekomen aangezien dit voor beide bands hun enige
concert in Nederland is. Bij verscheidene nummers worden bandleden van the Mad
Caddies het podium opgehaald en zo speelt Wild Heart een half uur lang
aangenaam experimentele nummers, een combinatie van vooral the Pixies, met wat
Moss en Mumford and Sons.
Na Wild
Heart verstomt de zaal, Useless ID komt het podium op. Er zijn duidelijk flink
wat mensen speciaal voor deze vierkoppige punkrockband uit Israël gekomen. En
dat is niet zo gek aangezien dit door velen de grootste punkrockers in het
Midden-Oosten worden genoemd. Vanaf het eerste nummer is duidelijk dat de fans
niet voor niets komen, dit is punkrock ‘zoals god het gewild heeft’: Hard,
ruig, vuil en donker en van een niveau dat lang niet door Bibelot heeft
geklonken. De muziek is gebouwd op de basslijnen van Leadzanger Yotam Ben Horin,
waar de twee gitaren doorheen schreeuwen. Alles wordt bij elkaar gehouden door
de Drums. Dit maakt een bonk van keiharde punkrock die een ruim half uur door
Bibelot klinkt.
Dan komen
de Mad Caddies op en vanaf het eerste nummer slaan ze meteen in als een bom. Na
een minuut staan de eerste mensen te skanken en tijdens het eerste nummer
verspreid dit zich door de zaal heen. Bij het tweede nummer ontstaat de eerste
moshpit waar mensen (letterlijk) schoenen en (minder letterlijk) armen en benen
kwijtraken. Vanaf dat moment tot het einde van de show anderhalf uur later is
het publiek niet meer stil te krijgen. The Mad Caddies spelen een zeer breed
spectrum van nummers. Van de reggae van Bob Marley tot de Punk van de Offspring
en tot de ska van Madness, alles komt bij en alles klinkt even goed en vrolijk.
Er komen zelfs nummers bij die verdacht veel lijken op Nederlandse hoempapa en
dus gaan de polonaises meerdere malen door de zaal en p de andere nummers
zwemmen meerdere mensen over de hoofden van het publiek. Het een echt ska-feestje
en een goede opstarter voor de Europese tour van de Mad Caddies.
Destine, bekend in Nederland, maar nog veel groter in het
buitenland, was de afgelopen tijd weer eens in Nederland voor een club tour om
hun nieuwe album ‘Illuminate’ te promoten, die opgenomen werd in Amerika door
mannen die albums van wereldberoemde bands als Paramore, Papa Roach en All Time
Low achter hun naam hebben staan. De tour werd afgesloten in Dordrecht, waar
zanger Robin van Loenen vaak te vinden is.
Al tijdens the Brave stond er een groep van 25 tienermeisjes
voor het podium, die duidelijk niet voor deze vier mannen kwamen en het hele optreden
lang stil bleven staan. De Utrechtse punkrockband won afgelopen voorjaar
bandboost en is sindsdien al meerdere teruggekomen in Dordrecht voor een
optreden hier en daar en er valt te horen waarom! Deze band is als een machine
en trekt zich niks aan van het passieve publiek, ze gaan keihard tekeer en
spelen de mensen die wel interesse hebben volledig plat. Gitaar, bass, drum en
zang past allemaal perfect in elkaar en bij elk nummer zitten die puzzelstukjes
weer op een andere manier. Zanger Erik Korsman zingt en loopt over het podium
en door de zaal alsof hij in een volle alpha tent op Lowlands staat. Maar dat
is wel echt wat deze band is, Ze doen waar ze zelf voor staan, zonder beïnvloeding
van het grote publiek.
Na het optreden van the Brave volgt Who vs Who, en waarbij
the Brave alles vooral hard en agressief was, is Who vs Who vanaf het eerste
nummer vooral heel vrolijk. Vanaf het eerste akkoord straalt deze Amsterdamse band
zoveel positieve energie uit, alle vijf de bandleden lachen en hebben
overduidelijk heel veel plezier in waar ze mee bezig zijn. Bovenal komt de
vrolijkheid door de stem van de beeldschone zangeres, waar onvoorstelbaar veel
emotie in zit. En als er een droevig nummer wordt ingezet blijkt dat ze ook die
emotie in haar stem heeft zitten. Bij een nummer zet ze verkeerd in maar dit
weet ze bij het eerste refrein al goed te zetten, verder speelt ook deze band zo
goed als vlekkeloos en komen er een half uur lang heerlijke post-hardcore en
punkrock nummers langs, waardoor er uiteindelijk zowaar wat begint te bewegen
voor het podium.
Na Who vs Who wordt het podium donker en onder begeleiding
van een hele diepe bass en heel hoog gegil komt Destine op. Vanaf het eerste
nummer is merkbaar dat het hier om een heel ander soort band gaat dan Who vs
Who en the Brave. Hier gaat het om zo zwoel mogelijk kijken, een lief, zacht
stemmetje zonder veel pit, afgezaagde teksten als are you with me, baby I need
you en you take my breath away. Destine heeft maar weinig aandacht voor het
publiek, wat in redelijk groten getale is gekomen. Ze vinden elkaar duidelijk
interessanter. Vaak lijkt het net een toneelstukje wat ze opvoeren, vooral in
de praatjes tussen de nummers door. Bij
Destine gaat het duidelijk niet om plezier te hebben in het maken van muziek,
maar om de fans het naar de zin te maken. Toetsenist Laurens heeft bijvoorbeeld
het grootste deel van de tijd een sample in zijn keyboard zitten, waardoor hij
maar een akkoord in hoeft te drukken en er een hele melodie klinkt, zodat hij
meer tijd heeft om leuk en grappig te doen. Maar het publiek klaagt niet, dit
is Destine hoe ze het willen, ze zingen elk nummer mee en gaan los op de grote
hits als Down en In Your Arms.
Destine is punkrock, waar alle scherpe punten van zijn afgehaald, waardoor een
brave, kindvriendelijkeband over blijft, maar die wel het hele publiek een
geweldige avond bezorgd en een ruim uur lang doen wat het publiek van ze
verwacht.
Afgelopen vrijdag trad spike, de gitarist van Di-rect, op met The Deaf, de band die hij oprichtte in 2007 oprichtte, toen er ruzie was binnen Di-rect. Sindsdien leek Di-rect vooral voor het grote geld te kiezen. Bij The Deaf is dit niet het geval. Die spelen 5 jaar later nog steeds de tent plat met een combinatie van beat, rock n' roll en garagerock.
Maar voordat het beest wat the Deaf heet werd losgelaten in bibelot, mochten eerst de de vier Fransen van The Socks het publiek wat vermaken. Achter gordijntjes van haar speelden zij stoner/hardrock. Deze band probeert zich te identificeren met redelijk ingewikkelde nummers. Dit lukte goed, want de nummers waren goed geschreven en vroegen door de verweven gitaarriffs een constante aandacht voor de muziek. Echter leek het alsof het muzikale niveau van de bandleden te kort schoot, alles werd net niet goed gespeeld, waardoor het geheel rommelig werd en onaangenaam om naar te luisteren. Ook kregen ze het publiek totaal niet mee en leken ze blij toen ze na 30 minuten het podium konden verlaten.
Toen daarna de instrumenten en draden van the Deaf goed waren vastgetaped met ducktape en er (opvallend) kort was gesoundcheckt, betraden Spike, Kit Carrera, Miss Fuzz en Magere Mau het podium. Direct vanaf het eerste nummer zaten de vier er lekker in en gingen volledig los. Al gauw werd dit overgenomen door de toeschouwers. Spike toont zich een echte rockster en er wordt een zeer goede show neergezet, die door knullige maar niet storende foutjes als een scheurende gitaarband en een microfoon die uit elkaar valt toch persoonlijk blijft. De band speelt nummers van hun in 2011 uitgekomen debuutalbum 'Toot Whistle Plunk Boom' en enkele nieuwe nummers. Overal spat de sex, drugs en rock n' roll af. Organist Magere Mau rookt rustig een sigaretje terwijl hij op zijn orgel staat, Bassiste Miss Fuzz laat alle heren in de zaal zwijmelen, Spike heeft een fles wiskey bij waarvan de helft over het publiek heen gaat, schrikt de meisjes af die voor de gitarist van Di-rect kwamen en ligt op een moment op de zaalvloer een solo te geven. Door al dit muzikaal en theatraal geweld valt de drummer niet zo op, maar achter zijn trommels gaat Kit Carrera helemaal los en slaat uiteindelijk een ride kapot. The Deaf kregen het publiek niet zo ver om bibelot te slopen, maar ze speelden wel het dak er volledig af.
The Kik, ik zag ze vrijdag voor de 4e keer. toch was het deze keer
anders dan anders, na 3 keer vast te hebben gezeten in een blokkenrooster op
een festival was dit de eerste keer dat ik ze zag als hoofdprogramma. En dat
gaf ze, zelfs op het kleine podium van Dolhuis, een hele boel ruimte.
the kik is op dit moment het boegbeeld van de beatmuziek in
Nederland. 40 jaar geleden was dat de Dordtse band The Zipps. 8 jaar geleden
namen ze afscheid maar op speciale gelegenheden komen ze nog samen, en dit is
er een. Dolhuis is volgestroomd en een flink percentage is 50+ en komt
duidelijk voor zijn of haar jeugdhelden. Er hangt jeugdsentiment in de lucht.
En ondanks dat alle 5 leden inmiddels rimpelig en grijs zijn, valt dat niet af
te horen aan de muziek. de gitaristen zijn soms wat zoekende maar bass en drums
zijn uitmuntend. frontman Philip Elzerman springt nog rond in zn zwarte leren
broek alsof hij 30 is en zo klinkt hij ook. De jongere luisteraars wordt even
getoond dat er heus wel goede dingen uit dordt komen. De muziek klinkt nog
steeds lekker en The Zipps zijn nog lang geen vergane glorie.
Toen klommen
door het publiek heen The Kik het podium op, ondanks het zeer positieve
ontvangst van hun eerste album Springlevend! Zijn het nog steeds hele normale
jongens. Alleen zanger Dave von Raven vindt het nodig om binnen een zonnebril
te dragen en houdt dat ook de hele avond vol. The Kik begint zeer moeizaam.
Ondanks dat bekende nummers als Cleopatra en Simone in het begin van de set is
het allemaal wat stijfjes en braaf. Maar na een tijdje beginnen de vijf mannen
er toch zin in te krijgen en gaan ze al gauw helemaal los. En als the Kik
losgaat is het ook meteen een feestje. Dave kletst zoals altijd lekker veel
tussen de nummers en heeft geniale discussies met gitarist en zanger Arjan
Spies. Natuurlijk moet er ook een nummertje komen met the Zipps erbij komen,
dit duurt zeer lang omdat Philip Elzerman onvindbaar is. Uiteindelijk is hij er
dan toch en doen The Kik samen met Philip Elzerman en een van zijn gitaristen
een nummer van the Zipps. Dit is echter vooral leuk voor de band zelf en is niet
echt een muzikaal hoogtepuntje. Daarna speelt the Kik nogmaals Simone en
Verliefd op een Plaatje, die er nu vele malen beter uitkomen dan aan het begin
van de set. Wat the Kik doet is origineel en blijft elke keer weer leuk om naar
te luisteren.
Het laatste najaarsseizoen van bibelot op de
wijnstraat is begonnen en ze pakken groot uit, met 2 a 3 optredens of feesten
per week. Afgelopen donderdag was het aan We Are The Ocean om de ruim 75
geïnteresseerden, redelijk veel voor een donderdagavond in bibelot, het naar de
zin te maken.
Voordat de 4 Britten van We Are The Ocean het podium
op klommen, mochten eerst de 5 mannen van post-hardcore band The James Cleaver
Quintet het publiek opwarmen. Deze band probeert verschillende stijlen te
combineren met hardcore-punk. Er komt onder andere Soul, funk en rock n roll
voorbij. Een zeer leuk en origineel idee, mits goed uitgevoerd. Dat is het
geval bij een nummer. daar valt alles op zn plaats en komen alle factoren van
de muziek goed tot hun recht. Echter, bij alle andere nummers die ze speelden
kwam het er op neer dat alles zeer rommelig klonk en totaal niet op elkaar
aansloot, hoe hard de band ook zijn best deed. Ook staan de drums veels te hard
en overstemmen voor een groot deel alle andere muziek.
Of het
zo bedoeld was zal waarschijnlijk altijd een raadsel blijven, maar waar The
James Cleaver Quintet vooral een enorme mengelmoes van lawaai was, bleek We Are
The Ocean opeens heel aangename nummers te hebben. de vierkoppige formatie uit
Loughton in Engeland speelt post-hardcore, maar er zijn duidelijk veel
invloeden te horen uit de (hard)rock, van bands als de Foo Fighters. Ze
beginnen. wat stijfjes, met wat nummers die bijna ballads genoemd kunnen
worden, maar als het optreden vordert wordt alles steeds heavier en begint de
band een beetje los te komen. heel speciaal wordt het niet, maar alles is wel
zeer aangenaam om naar te luisteren. Dit komt doordat elk nummer stuk voor stuk
goed geschreven is, alle instrumenten passen precies goed in het geheel, goed
uitgevoerd is, alles wordt super strak en fel gespeeld, en vooral omdat er met
heel veel emotie gespeeld en gezongen wordt.